Angst bij kinderen

Ieder kind is weleens ergens bang voor, en dat is heel normaal. Angsten zijn er om ons te waarschuwen. Als er gevaar dreigt, helpt angst ons om op de juiste manier te reageren. Soms is een kind zo (vaak) angstig, dat bepaalde alledaagse situaties een probleem worden. De angsten zorgen er dan voor dat de algemene ontwikkeling niet op een normale manier kan verlopen. In dit geval zijn er een aantal dingen die u kunt doen om uw kind te helpen.
Blijf kijken naar dingen die juist wel goed gaan. Vaak richten ouders zich veel op de angstige gevoelens van hun kind waardoor ze het niet-angstige gedrag uit het oog verliezen. Ga na wanneer jouw kind juist wel moedig of dapper was en richt daar de aandacht op. Geef veel complimenten en vraag waarom het jouw kind toen wel lukte om dapper te zijn.
‘ Mijn zoon durft niet langs grote honden te lopen, wil je jouw hond even vasthouden?'
Het is belangrijk dat kinderen ervaren dat hun ouders trots op hen zijn. Wanneer een ouder aangeeft dat hun kind iets niet durft, wordt het kind op geen enkele manier gestimuleerd om iets toch te proberen. Het kind voelt zich loyaal aan zijn ouders en omdat zij aangeven dat hij het toch niet durft, zal het kind uit deze loyaliteit aan het beeld van ouders willen voldoen.
Angsten worden snel erger wanneer kinderen niet gestimuleerd worden om dingen te doen waar ze nu (nog) geen angst voor ervaren. Als een kind bijvoorbeeld bang is grote honden, maar wel met kleine honden durft te spelen, is het belangrijk om dit te blijven doen. Anders zal de angst voor honden zich snel uitbreiden. Moedig jouw kind aan om dingen te blijven proberen. Het is voor kinderen belangrijk dat ze het vertrouwen van hun ouders ervaren dat het wel goed zal komen. Maak hierbij geen gebruik van dwang. Als je dwang gebruikt, beschadig je dat vertrouwen.
Maak samen met jouw kind een plan om de angst aan te pakken. Maak hierbij gebruik van kleine, haalbare stapjes. Deze stappen zorgen ervoor dat kinderen succes kunnen ervaren. Het kind met angst voor grote honden, kan bijvoorbeeld op bezoek gaan bij iemand met meerdere honden en beginnen met het aaien van een kleine hond waar geen angst voor is. Als dat goed gaat, kan het kind steeds een grotere hond uitzoeken om te aaien, tot de angst verdwenen is.
Voor sommige ouders is het lastig om te accepteren dat hun kind extreem veel angst ervaart voor alledaagse situaties. Angst wordt vaak geassocieerd met ‘laf’ zijn en het is voor ouders lastig om te zien dat hun kind dit label opgeplakt krijgt. Soms bestaat hierdoor de neiging om kinderen te pushen. Door te veel druk op kinderen te leggen, vermindert het vertrouwen in hun ouders. Dit vertrouwen is juist een van de belangrijkste middelen om een kind te helpen omgaan met de angst. Probeer voorlopig te accepteren dat er situaties zijn die angst oproepen bij jouw kind. Maak er geen punt van maar blijf het kind wel stimuleren om angstige situaties aan te gaan. Verlies hierbij niet uit het oog wat voor het kind haalbaar is.
Heeft u vragen over angst bij kinderen in het algemeen of heeft u of uw kind hulp nodig? Neem gerust contact met mij op.