Mijn kind heeft faalangst

In een tijd waarin presteren steeds belangrijker wordt, zie ik steeds meer kinderen met angst om te falen. Deze angst is soms zo groot, dat kinderen worden belemmerd in hun ontwikkeling. Dit heeft niet alleen negatieve gevolgen op school, maar kan ook in de weg zitten bij het sporten of bij het maken en onderhouden van sociale contacten. Waar komt dit toch vandaan? En hoe kunnen wij kinderen hierbij helpen?
Op dit moment ben ik bezig met de opleiding ‘Kinderen helpen bij angst en faalangst’ van de Opvoedcoach Academie. Ook in mijn eerdere opleidingen is angst voorbij gekomen. De angst om te presteren kom ik dagelijks tegen in de praktijk. Waarschijnlijk kent iedereen die dit leest wel iemand die hier mee te maken heeft. In dit artikel geef ik jullie meer informatie over (faal)angst bij kinderen en hoe je hier als ouder bij kunt helpen.
De emotie ‘angst’ is niet per definitie negatief. Deze emotie werkt als een soort alarmfunctie. Angst zorgt ervoor dat we gevaarlijke situaties vermijden. Angst zorgt ook voor het vergroten van onze concentratie en motiveert ons, waardoor wij beter kunnen presteren. Angst heeft dus ook positieve kanten, tot de angst te groot wordt. Dan werkt angst verlammend en kan het zelfs gevolgen hebben voor de verdere ontwikkeling.
De laatste jaren heeft de angst om te presteren een label gekregen ‘Faalangst’. Bij faalangst zijn kinderen bang voor negatieve beoordelingen van anderen. Een kind maakt (onbewust) een inschatting over hoe bedreigend een situatie kan zijn. Dit kan gericht zijn op het presenteren, het maken een toets of examen maar het kan ook verbonden zijn aan een persoon. Faalangst kan ontstaan wanneer een kind het gevoel heeft niet goed genoeg te zijn of iets niet goed genoeg te kunnen. Het kind heeft negatieve gedachten gericht op zichzelf: ‘Ik kan dit toch niet …’. Faalangst zit niet alleen in het hoofd. Ook het lichaam geeft verschillende signalen af aan een kind. Dit kunnen kleine signalen zijn zoals buikpijn, sneller ademhalen of hoofdpijn, maar ook grote signalen als hyperventileren of flauwvallen.
Wat helpt?
Het woord falen heeft een negatieve lading. Toch leert niemand zonder te falen. Je leert met vallen en opstaan. Het is belangrijk om fouten te maken, om te leren omgaan met de teleurstelling die daarbij komt kijken en jezelf te herpakken. Dan pas kun je een stap verder zetten.
Leer jouw kind om zelf doelen te stellen. Wanneer wil jouw kind bereiken? Wat heeft het daarbij nodig en hoe kan jij als ouder ondersteunen? Maar ook: Wanneer is het doel bereikt?'. Help jouw kind om in het begin kleine en haalbare doelen te stellen en vier de succeservaring wanneer het is gelukt. Zorg wel dat het doelen van het kind blijven, en niet die van jou. Blijkt een doel toch te hoog gegrepen. Geen paniek, dan was de stap nu nog te groot! Kijk samen hoe jullie het doel kunnen bijstellen om zo toch succes te ervaren.
Kinderen hebben behoefte aan complimenten. Bij gebrek aan complimenten ontstaat er twijfel. Let wel goed op hoe jij deze complimenten geeft. Een kind kan niets met een compliment als ‘Je bent geweldig!’. Benoem specifiek waar jij trots op bent. ‘Wat knap dat jij zelf naar het buurmeisje bent gegaan om te vragen of ze wilde spelen. Je vond dit erg spannend maar hebt toch de stap gezet om het te vragen!’. Op die manier koppel je direct een kwaliteit aan het compliment, waardoor kinderen het ook echt gaan geloven.
Steeds vaker hoor ik ouders zeggen: ‘Mijn kind heeft last van faalangst’, soms zelfs waar het kind bij aanwezig is. Pas op met het bevestigen van de angst of van het label ‘Faalangst’. Kinderen zijn gevoelig voor selffulfilling prophesie, wat betekent dat kinderen zich zo gaan gedragen als van hen wordt verwacht. Spanning is niet verkeerd, het helpt ons juist om te presteren. Kinderen zijn in ontwikkeling en vinden net als volwassenen bepaalde stappen of acties spannend. Zolang deze spanning ons helpt, hoeft dit geen probleem te zijn. Maak de spanning niet groter dan het is en probeer deze niet te bevestigen. In de opleiding die ik op dit moment volg doet mijn trainer Thea Adema een mooie uitspraak: ‘ Faalangst bestaat niet. Tune in wat iemand moeilijk vindt en ga van daaruit kijken wat er allemaal mogelijk is. Het is zo naar als kinderen en volwassenen dingen niet gaan doen, omdat zij ooit te horen hebben gekregen dat zij faalangst hebben en hierin zijn geloven.’
Merk je echter dat de angst belemmerend voor jouw kind gaat werken, dat jouw kind bepaalde situaties gaat vermijden en/of dat de angst invloed heeft op de ontwikkeling van jouw kind. Kijk dan of jullie iemand kunnen vinden die jullie hierbij kan helpen.